Wees over niets bezorgd, maar vraag in alle omstandigheden aan God wat u nodig hebt en dank Hem in uw gebeden. Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren.
Filippenzen 4:6 en 7
Loop niet te tobben. Pieker niet zo. Dat is wat de apostel Paulus schrijft.
“Wees over niets bezorgd.” Dat kan klinken als een aansporing om je nergens zorgen over te maken. Om alles maar een beetje laconiek of ongeïnteresseerd te negeren. Maar dat is het punt niet. Er is genoeg om je zorgen over te maken en dat weet Paulus ook wel. Het komt er echter op aan wat je ermee doet. Ga je erover lopen tobben, ga je lopen piekeren of doe je iets anders met die zorgen van je? Het is niet de bedoeling dat wij in onszelf gekeerde mensen worden. Mensen die met een somber gezicht naar de grond staren. Mensen die maar met zichzelf bezig zijn.
“Vraag God wat je nodig hebt en dank Hem in al uw gebeden.” Paulus gebruikt hier drie woorden: gebed, voorbede en dank.
Het woord ‘gebed’ geeft een richting aan. Paulus wil ons uit onze in onszelf gekeerde bezorgdheid richten op God. Als je al je zorgen nu eens naar Hem uitspreekt? Als je nu eens uit je angstige boze bubbel komt en je richt op God?
Het tweede woord, ‘voorbede’, geeft aan dat we ons in alle vrijmoedigheid tot God mogen richten. Je mag vragen wat je te vragen hebt. Wij bidden soms wat al te berekenend. Dan vragen we God bepaalde dingen niet omdat we het niet voor mogelijk houden dat Hij ze ons geven wil. Nee, zegt Paulus, vraag het maar gewoon. Lucht je hart. Leg je verlangen open en bloot op tafel.
En dan is er de ‘dankbaarheid’. Als wij uit onszelf gekeerd raken en ons richten op God, dan zullen we ontdekken dat er ook altijd iets te danken valt. Meer dan we denken.
En dan zal de vrede van God ons hart en onze gedachten bewaren in Christus Jezus. Deze bekende zegenbede staat dus in de context van het zorgen maken. Het is niet een algemene zegenwens, nee, Paulus zegt: als je je richt tot God met je zorgen, dan zal Zijn vrede je vullen. Als je niet loopt te piekeren en tobben, maar als het lukt om te bidden, dan ben je niet vol van je zorgen, maar vol van vrede. Dan gaat het niet langer over wat er allemaal in ons leeft, maar over ons hart dat in Christus Jezus bewaard wordt. Je leven en dus ook je zorgen komen in een veel groter perspectief te staan. Niet ons bedompte mensenhart, maar de ruimte van Christus’ liefde. Daar kun je opgelucht ademhalen.
De vrede van God zal ons bewaren. Die vrede gaat, zo schrijft Paulus, ‘alle verstand te boven’. Dat klinkt alsof Gods vrede onbegrijpelijk is. Ergens is dat natuurlijk ook zo, maar het gaat er hier vooral om dat die vrede ons denken, en ook ons piekeren en tobben, te boven gaat.
Zo kunnen wij ook aan 2024 beginnen. Niet vol van onze zorgen. En ook niet met een ongegrond optimisme. Maar als we de realiteit van onze zorgen brengen bij God, zullen we merken dat wij niet alleen maar vol zijn van onszelf, maar dat Hij ons vult met vrede.
Ds. Jan Willem Stam