Hij kan!

… alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft.

Markus 9:23

Daar op de berg van de verheerlijking was het even een hoogtepunt, letterlijk. Petrus had er wel willen blijven, maar Jezus moet verder. Hij gaat de diepte in, niet de weg van de glorie, maar de weg van het kruis. En op die weg komt Hij de vader tegen, die zijn zoon tot Jezus heeft gebracht. Zo staat het er, maar Jezus was er niet. Daarom kwamen de discipelen in Zijn Naam in actie. Maar ze hebben die jongen niet kunnen helpen. Zij niet. Maar Jezus dan? De vader is aan het twijfelen geraakt door het ‘niet kunnen’ van de discipelen. Zou Jezus dan wel iets voor zijn kind kunnen doen? Hij vraagt het aarzelend: “Als U iets kunt …”

Die vraag is begrijpelijk vanuit de twijfel van die vader. En even later roept hij het met de tranen in zijn ogen ook eerlijk uit. Met aangevochten geloof roept hij om wat Jezus kan. Maar dat is niet de vraag waar het om gaat. De vraag is niet of Jezus helpen kan. Ja, dat kan wel een vraag voor je worden. Als je teleurgesteld door de dingen die in je leven gebeuren, soms bang bent om nog te hopen. De man roept spontaan uit te geloven in de overmacht van Jezus. En tegelijkertijd ziet hij de boze woeden, zijn kind in die verschrikkelijke greep. Durf je dan tóch te blijven geloven – op hoop tegen hoop geloven dat Jezus helpen kan? Want dat is wat Jezus zegt: “Alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft”. Wat overigens niet wil zeggen, dat er dan gebeurt wat je graag wilt, als je maar gelooft. Dat is niet wat het evangelie ons wil zeggen. Ook niet met dit gedeelte.

Jezus vraagt naar de ziekte van het kind en hoe lang die al duurt. Het beheerst heel zijn leven, zo is het antwoord van de vader. Daarmee is gezegd dat het een hopeloos geval is. Het meest schrijnend wordt het duidelijk als ten slotte die jongen als dood neervalt. Maar dan neemt Jezus hem bij de hand en richt hem op. Alsof Hij een dode opwekt. Alsof? Nee, dat is het eigenlijk, wil Markus zeggen. Hier blijkt Jezus’ macht. Alle dingen zijn mogelijk.

Als U iets kunt…? Dat is de vraag niet. De vraag is of je durft geloven, door de twijfel en aanvechting heen, dat Jezus iets kan, als jij geen mogelijkheid ziet. Dat Hij er zijn zal, reddend nabij, als jouw weg door ongekende diepten gaat. Door de diepten van het leven en door de diepte van dood en oordeel. Daarom ging Hij de weg van het kruis, de diepste weg, om onze schuld te dragen en onze pijn te genezen.

Alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft. Daarom zingen we als gemeente. En als ik die toonhoogte even niet haal, zingt de gemeente door:

Hij kan, en wil en zal in nood,
zelfs bij het naad’ren van de dood,
volkomen uitkomst geven.

Want daartoe is Hij door de Vader gezonden. Zo waar Zijn Naam Jezus is.

Ds. C.J. (Jacco) Overeem