Onlangs las ik de tekst Openbaring, kerk, theologie van Karl Barth. In die tekst uit 1934 staat een passage die mij fascineert. Ik deel hem hierbij graag met u. In deze passage werkt Barth een metafoor uit om duidelijk te maken dat de Bijbel geen neutraal boek is, maar dat de Bijbel ons meldt dat God en mens tegenover elkaar staan. God is degene die met ons strijdt. Ja, Hij strijdt met ons om ons hart te winnen.
Ds. Jan Willem Stam
“Op het slagveld (let wel: niet in de studeerkamer of op het toneel, maar op het slagveld van het menselijk leven) is het gebeurd (let wel: onherroepelijk en onbetwijfelbaar gebeurd, met heel de ernst en met heel de eenmaligheid van een feitelijk gebeuren) dat de vijand (let wel: de vijand, de ander, niet de mens zelf, maar degene die van hem verschilt en die als tegenstander aan hem handelt) met de grootst mogelijke overmacht (let wel: hij is de sterkere, hij is heer en meester) het initiatief heeft genomen (let wel: het gebeurt op zijn initiatief en niet op grond van een menselijke beslissing of voornemen) en tot de aanval is overgegaan (let wel: ons wordt niet gevraagd of en hoe wij willen strijden, want die strijd is reeds in volle gang). Dit gebeuren is Gods openbaring aan de mensen. En wie haar niet zo verstaat, weet niet wat hij zegt als hij het woord ‘openbaring’ in de mond neemt.
Maar nu moeten wij het beeld voortzetten: Uit de troepen in de voorste gelederen van het front (let wel: geen denkers of dichters of lieden die de vrije tijd hebben om de dingen te beschouwen of die te druk zijn met hun eigen zaken, maar uit de gelederen van de strijders die deze tegenstander in het gezicht moeten zien) komt de melding (let wel: niet een theorie of systeem, ook geen esthetisch oordeel of actieprogram, maar een haastig en zakelijk bericht) van het feit van deze aanval (let wel: niet van de toestand van de strijders, evenmin van het wezen of bestaan van de tegenstander, maar eenvoudig het feit: hij heeft ons aangevallen!). De melding is gericht aan de direct achter het front klaarliggende versterkingstroepen (let wel: niet aan een groep journalisten of andere boemelaars op het slagveld, maar opnieuw aan een troepeneenheid die bestemd is voor de strijd met de vijand). De door de vijand reeds aangevallen troepen zijn de profeten en apostelen en hun melding aan de vooralsnog achter het front liggende versterking is de Heilige Schrift. Men verstaat deze mensen niet en evenmin dit boek als men ze anders verstaat.
Wij voeren het beeld ten einde. De komst van deze melding betekent voor hen daarachter vanzelfsprekend (let wel: een discussie over de praktische betekenis van deze melding is geheel uitgesloten) de noodzaak om (niet de mogelijkheid, maar de noodzaak die zich uitdrukt in directe bevelen) op te staan, de wapens te grijpen, zich te verzamelen en voorwaarts te marcheren (let wel: dat alles des te sneller en energieker naarmate de vijandelijke aanval heviger wordt en het gevaar in de voorste gelederen dreigender).”
(Bron: Karl Barth, God is God, Voordrachten 1930-1936)