“In de donkere nacht, verschijnt een licht. En de duisternis krijgt het niet in haar macht. In het licht van Gods Zoon, zien wij Zijn goedheid, Zijn waarheid. In het licht van Gods Zoon, brengt Hij in kleinheid Zijn grootheid dichtbij.”
Wie verlangt er niet naar licht in deze donkere dagen voor Kerst? Helemaal nu er zulke dreigende coronawolken hangen. Donkere wolken, waarachter nog dreigender luchten opdoemen van de milieucrisis, van ontheemde vluchtelingen en van gekrenkte wereldleiders. Wie nog maar weinig buiten komt en dagelijks deze beelden binnen krijgt, gaat zich al snel afvragen in wat voor wereld we eigenlijk leven. Zeker als er ook in je eigen leven donkere wolken hangen. Wolken van ziekte, van gespannen verhoudingen, onvervulde verlangens of rouw. Dan lijkt het oude kerstlied behoorlijk achterhaald: “Daar is uit ’s werelds duistere wolken, een licht der lichten opgegaan.” Dan is het vooral donker. Is er weinig licht.
Toch blijven er liederen komen over licht in het donker. Zoals het bovenstaande kerstlied van Sela. In de donkere nacht van deze wereld, verschijnt een licht. Het licht van een kind. Een kind dat zonder stralenkrans ergens achteraf geboren wordt. ’s Nachts in het donker. Maar een kind dat er voor zorgt dat hemels licht de donkere nacht doorstraalt en herders in beweging brengt. Een kind dat zorgt voor een ster die wijzen laat reizen. Omdat in dit kleine kind in Bethlehem God zelf het donker doorbreekt. In dit kind in de kribbe komt Gods grootheid, goedheid, genade en waarheid tastbaar dichtbij.
In wat voor een wereld vieren we dit jaar Kerst? Een donkere wereld, zeker. Net zo donker als in de tijd van Jesaja (lees hoofdstuk 9 maar eens door) die profeteerde: “Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien.” Een wereld met even donkere wolken als in de tijd van Johannes die schrijft: “Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet begrepen/gegrepen” (Joh. 1:5).
En toch is het een wereld waarin zoveel licht schijnt. Licht dat lang niet altijd begrepen wordt. Licht dat schijnt op een manier waardoor we er ook nooit grip op krijgen. Omdat het licht van Boven is. Het licht van God Zelf die in Jezus ons donker zichtbaar maakt en doorbreekt. Het licht dat Gods waarheid en goedheid zichtbaar maakt. Een God die Zich klein maakt omdat wij Zijn licht anders niet aankunnen. Het licht van Immanuël, God met ons. Juist in ons duister. Juist in een donkere wereld. Een wereld die oplicht als Gods licht dwars door onze kleinheid Zijn grote goedheid toont. Het leven lichter maakt, ook voor de mensen om ons heen. Die we juist met Kerst mogen uitnodigen in de lichtkring rond Jezus. “Want de duisternis gaat voorbij en het ware licht schijnt reeds” (1 Joh. 2:8).
Wij wensen u en jou een Kerstfeest vol Licht,
ds. Hans Berkheij
ds. Martine van der Herberg
jeugdwerker Michel Koekkoek
ds. Jacco Overeem
ds. Gertjan Robbemond
ds. Joost Schelling
ds. Jan Willem Stam
ds. Bastiaan Visser