- Dit evenement is voorbij.
PKN avonddienst – Cantatedienst
3 november 2024 om 18:30 - 19:30
voorganger: Ds. J.W. Stam
Op 16 juni 1996 zong het Projectkoor voor de eerste keer in de cantatedienst in de Petruskerk. Dat was het begin van wat een traditie zou blijken te worden. Een traditie waar 3 november om 18:30 uur een eind aan komt. In de voorbije 28 jaar heeft er muziek geklonken van bekende, maar ook en vooral van minder gehoorde componisten, van “Gloria” tot “De profundis”, van “Kyrie” tot jubelzang, van mis tot motet. Door omstandigheden is deze laatste cantatedienst voor wat betreft het koor kleinschaliger van opzet dan de afgelopen jaren. Geen begeleiding van het strijkkwintet onder leiding van Ruth Houtman, niet Marnix van der Ploeg of Hans van Vliet op het koororgel, maar wél brengt Arie Schüller een van zijn prachtige harmoniums mee om ons te begeleiden in een dienst die is geënt op de vesperdiensten in de Opstandingskerk.
De dienst begint met een bewerking van psalm 122: “Ik was verheugd toen men mij zei: ‘Kom, we gaan naar het huis van de Heer’ ”. Het tempo is niet al te snel, maar door de korte noten geeft het een indruk van vrolijkheid en vaart. Bij de bede om vrede voor Jeruzalem vertraagt het tempo en worden de noten ook langer. Aan het eind komen de beginwoorden nog een keer terug: “Laetatus sum” – ik was verheugd. Het avondlied is een op muziek gezet gebed van Klaas Holwerda met een verstilde sfeer, maar wél met dissonanten op het woordje ‘kwaad’. De ‘lofzang van Maria’, na de eerste lezing, begint unisono met alten en sopranen. De andere stemmen vallen daarna bij in een vierstemmige herhaling van de Latijnse tekst. Eenzelfde opeenvolging is te horen bij de woorden “Mijn geest verheugt zich zeer” en “Want God heeft mij, geringe, goedgunstig aangezien”. Het eindigt zoals een jubel behoort te eindigen: jubelend. De ‘lofzang van Simeon’, na de tweede lezing, begint ook unisono, maar nu met de tenoren en bassen. De melodie beweegt zich op liggende akkoorden. Vierstemmig wordt het bij “Lumen ad revelationem gentium …”. In de doxologie krijgen de woorden “saecula saeculorum” lange noten bij sopranen en tenoren om de eeuwigheid muzikaal te verbeelden. Als inleiding op de gebeden klinken de eerste twee verzen van psalm 130: “De profundis clamavi ad Te Domine”. Een dramatische tekst op, mijns inziens, dramatische muziek met een dramatische dynamiek. De muziek begínt ook in de diepte, unisono door het hele koor én het harmonium. Op “clamavi” (roep) en “exaudi” (hoor) krijgt de melodie zijn hoogste noot en de grootste intensiteit. In de laatste paar maten neemt de melodie in hoogte én sterkte af om te eindigen in een nederig “Domine”. De gebeden worden afgesloten met een “Kyrie/Gloria”.
We nodigen u van harte uit deze dienst met ons te vieren.
W. Tilstra, namens het Projectkoor Woerden
#dienst