Blog: engelen zullen je op handen dragen

God zal, met het oog op jou
Zijn engelen gebieden
dat zij je op al je wegen behoeden en bewaren,
dat zij je op handen zullen dragen.

Psalm 91: 11, 12

Ik vertel verhalen, zoals ik al vijfenveertig jaar probeer te doen, om het verhaal van mensen en Gods Verhaal met elkaar te verbinden. Dat is het evangelie, de belofte van een wending ten goede, waarin ons verteld wordt dat het goed komt met de schepping. Dat is geen wishful thinking, het is ons verteld, en de God van de Bijbel staat daar garant voor. De zielzorger is de bewaarder van dat geheim. Niet hij of zij alleen, maar in elk geval óók.

Op de avond van de dag waarop Joris afgestudeerd was, raakte hij betrokken bij een ernstig auto-ongeluk.  Er volgden weken waarin hij op de rand van leven en dood zweefde, een aantal levensreddende operaties nodig had en zeer beschadigd uit zijn coma wakker werd. Zijn zicht was ernstig belemmerd, en dat was vergeleken met alle andere functies die hij kwijt was nog maar één van de problemen. Ons contact kwam voorzichtig op gang. In het begin waren gebrek aan concentratie, grote vermoeidheid, pijn, wanhoop en somberte zijn metgezellen. Gaandeweg de intensieve therapie begon de hoop te groeien dat er een toekomst met een zelfstandig leven mogelijk zou kunnen zijn. Dat was meer dan hij en zijn ouders nog hadden durven hopen. Toen het september werd ging een deel van onze revalidanten en therapeuten surfen in Wijk aan Zee. Dat wil zeggen: de beweging van golven ervaren. Joris was vóór zijn ongeluk een ervaren zeiler, surfer, blowcarter. Ik had de week erna opgewekte verhalen gehoord, ongelooflijke foto’s gezien. Ik vroeg hem hoe het experiment hem bevallen was. Joris zei: het was verschrikkelijk. `Verschrikkelijk?’ zei ik `Vertel.’

Vernederend

Het kwam erop neer dat hij het vernederend had gevonden dat hij zes mensen om hem heen nodig had gehad om hem, zittend op de surfplank, overeind te houden. Dat had hem zo geschokt dat hij aan de beoogde blijde ervaring niet toegekomen was. Vroeger STOND hij ZELFSTANDIG op zo’n plank. Vernederend was het geweest. Mensonwaardig.
Gelukkig was er nog een andere ervaring ook geweest, hij had met zijn ene goede hand even op het strand geblowcard, heel kort, maar zelfstandig. `Dat was geweldig’.

`Wat gebeurde er dan veel die middag, schrik en confrontatie en ook iets dat wel lukte,’ zei ik. Hij knikte: “Zeker”. “Je zei dat je het mensonwaardig vond dat je door zes therapeuten moest worden vastgehouden op de plank. Ik probeer me in te leven hoe dat was. Jij, op die surfplank, in de golven, zon op het water die dag, vertelde je. Zes mensen om ervoor te zorgen dat je niet kopje onder of erger zou gaan. Mensonwaardig. Is dat het goede woord voor wat daar gebeurde?”

“Zeker”, zei hij, “dat ik dat niet zelf kon, mensonwaardig.” “Daar moet ik dan weer over nadenken”, zei ik. “Zullen we het daarover hebben? Vind je het goed dat ik een voorzet geef?” “Zeker”, zei hij, “ik ben benieuwd.”

“Wat is waardigheid? Bijvoorbeeld dat je je plas kunt ophouden? Of dat je zelf uit je stoel in bed kunt komen? Ik ontmoet mensen in het ziekenhuis die vinden dat hun waardigheid is verdampt als ze dat niet meer kunnen. Bestaat je waardigheid erin dat je beschikt over een aantal functies? Dan zijn waardigheid en autonomie dus hetzelfde. Dat zou erg slecht nieuws zijn voor heel veel groepen mensen.”
“Het is echt heel erg als je incontinent bent, hoor”, zei Joris. “Ik kan erover meepraten, ik kan pas sinds kort mijn eigen plas ophouden, al moet ik nu nog wel vijftien keer per dag. Heel erg vervelend.”

Mens(on)waardig

“Ik moet er niet aan denken. Dat is vreselijk voor een volwassen vent. Maar mensonwaardig? Val jij samen met je sluitspieren? Kun je je menswaardigheid verliezen omdat iets aan je lijf het niet doet? Of nog niet doet? Word jij mens om wat je kunt, denkt, presteert? Kom op. Ik geloof dat jij, om WIE je bent een kostbaar mensenkind bent, dat je leven ertoe doet, omdat je geschapen en gewenst bent. Jij wordt mens omdat je je verbindt aan anderen, en omdat je anderen zich aan jou laat verbinden. Omdat we met aandacht met elkaar leven. Jij, die je laat vasthouden door anderen op een surfboard, die jou een ervaring gunnen die je in je eentje niet of nog niet tot stand kunt brengen. Ze dragen je op handen, ze behoeden je. Een oude tekst noemt hen engelen van God. Jij vertrouwt je toe, anderen ontvangen jouw vertrouwen. Je kijkt elkaar aan. Zij en jij hebben tranen in de ogen. Dat is waardigheid. Ik heb geen antwoord op alle vragen, God bewaar me, meer vragen dan antwoorden, en dat wil ik graag zo houden. Maar dat jij meer bent dan je sluitspieren, dat je waardigheid iets totaal anders is dan je functies en je autonomie – je hebt als mens een intrinsieke waardigheid, zonder dat je er wat voor hebt hoeven doen, maar gewoon op grond van je geboorte. Oef, dat was veel tekst zeg.”

“Dat is OK. Intrigerend”, zei Joris, hij keek me een tijdje zwijgend aan. “Intrigerend. Je lijkt wel een filosoof.”
“Nee hoor,’ antwoordde ik opgewekt, `ik ben van harte theoloog. Dit is corebusiness christendom.”
“Ik ben het nog niet met je eens hoor.”
“Het zou me ook van je tegenvallen als je zo snel overstag zou gaan. Volgende week verder over hebben?”
Hij heeft zo’n innemende glimlach. “Zeker.”

 

Bron: openingsartikel door dominee Margriet van der Kooi, hart- en zielzorg Daan Theeuwes centrum Woerden in het kerkblad van 10 november 2022.