Blog: cultuurshock?!

Bijdrage van ds. Joost Schelling in het kerkblad van maart 2022. In het vorige nummer van Kerkklanken (nummer 718) schreef ik kort enkele observaties n.a.v. mijn tijdelijke aanwezigheid op het Kalsbeek College. Daarop ontving ik nogal wat reacties van gemeenteleden, daarom wil ik het hier iets nader verduidelijken. Ik schreef: “U mag dat eerlijk weten, dat lesgeven was wel een cultuurshock. De afstand tussen de wereld van de kerk en van de tieners van nu is echt levensgroot, dat heeft mij wel te denken gegeven.”

Eerst wil ik benadrukken dat mijn waarnemingen, van wat ik op school aantrof, niet negatief ten aanzien van school of tieners is bedoeld. Ik had al veel bewondering – en ik heb nog meer gekregen – voor de docenten die dagelijks met onze jeugd (kinderen tot jongvolwassenen) in het onderwijs werken. Klassen van 25-30 leerlingen met daarin een grote diversiteit aan culturen, achtergronden, gedragingen en leerstijlen. In deze klassen (en zeker daarbuiten) is dan ook nog constant hun online cultuur aanwezig. De spanningsboog is daardoor kort en allerlei afleidingen liggen op de loer.

Maar de kerk is wel ver af komen te staan van deze schoolomgeving. In de kerk gaat veel nog door middel van het woord en veel minder via beeld. Met elkaar zingen is voor kerkgangers een vanzelfsprekendheid, terwijl dat in de tienerleeftijd echt ‘awkward’ is. De verhalen uit de Bijbel zijn steeds minder nog bekend, dus begin je steeds weer een beetje opnieuw. Ook de snelheid van de communicatie verschilt behoorlijk. Tiktok-filmpjes van 15-30 seconden is eerder de norm dan uitzondering. Tenslotte zijn er allerlei online werkvormen om na te gaan wat jongeren hebben opgedaan, zoals Mentimeter, Kahoot en Lesson up.

Tegelijk is het voor jongeren veel gewoner om hun mening te geven, zelf ‘content’ (inhoud) te ontwikkelen en betrokken te worden bij zowel het programma als in de bespreking zelf.
Voor de klas ervoer ik wel veel ruimte om vanuit mijn eigen rol en identiteit mijn lessen aan te bieden, sterker nog: dat werd ook erg gewaardeerd. Jongeren hebben behoefte aan authentieke verhalen en personen die hen deze vertellen. Soms laten ze het niet meteen aan je merken, maar terugkijkend op de lessen ontdekte ik wel dat ze het niet alleen waardeerden, maar toch ook aan het denken waren gezet.

Welke inzichten neem ik mee naar de praktijk van de gemeente, waarin tieners en jongeren bijna onzichtbaar zijn geworden in de gewone vieringen? Meer dan ooit is de vorm waarin wij vieren (te) ver bij hen af komen te staan. Het is eenzijdig in aanbod en communicatie, weinig beeldend of met te weinig beeldgebruik, de kerkmuziek is niet of nauwelijks bij hen vertrouwd (gemaakt) en de ruimte voor interactie en eigen inbreng is te laag. Gelukkig worden veel van deze punten wel toegepast in de ZIN-diensten, die speciaal voor deze doelgroep met veel enthousiasme gemaakt worden. Ik ga de komende tijd kijken hoe we in de gewone diensten meer gebruik kunnen maken van de inzichten van docenten en zeker de jongeren zelf. Ik hoop daar op een later moment meer over te vertellen.