Openingsartikel kerkblad 3 februari 2022. Door Jantina Colenbrander. Op 1 januari was ik 25 jaar in Weddesteyn. Hartelijk dank voor de bloemen die ik namens u van de kerk heb ontvangen. Het is logisch dat er bij een jubileum herinneringen naar boven komen.
In de zomer van 1996 werd ik benaderd door de directeur van Weddesteyn. Hij wilde mij een baan aanbieden. De toenmalige geestelijk verzorger, ds. Ruub Scholten, was ernstig ziek en zou niet terugkeren. Hij had mijn naam genoemd: “vraag haar, het is net iets voor haar”.
Ik hoefde niet lang na te denken. Op 1 januari 1997 werd ik collega van pastor Bert van Kooten (RK). Mijn lange loopbaan in het verpleeghuis was begonnen. Voor de 2e keer volgde ik ds. Ruub Scholten op, eerst als predikant in Linschoten (1984) en nu als geestelijk verzorger in Weddesteyn.
Ruud Scholten had gelijk
Vanaf de eerste dag in Weddesteyn voelde ik mij op mijn plek. Het is zo bijzonder om in contact te zijn met bewoners die aan het einde van een lang leven in het verpleeghuis komen wonen. Ik heb in de afgelopen jaren geluisterd naar de levensverhalen die bewoners mij wilden toevertrouwen en geprobeerd hen nabij te zijn bij de afronding van hun leven.
Ik heb deze ontmoetingen als een geschenk ervaren. Als ik de namen lees van bewoners die ik in de afgelopen jaren heb mogen leren kennen, voel ik vreugde en dankbaarheid.
Ook koester ik het contact met familieleden. Ze deelden hun emoties en hun zorgen om hun familielid met mij. Ook zorgmedewerkers kon ik een luisterend oor bieden, zodat zij zich konden uiten over wat zij meemaakten in hun werk of privéleven. Van die contacten met collega’s van verschillende disciplines geniet ik. Kortom, collega Ruub Scholten had gelijk: werken in de zorg is echt iets voor mij.
Regelmatig vroegen mensen mij hoe ik het toch volhield in het verpleeghuis. De mensen die je bezoekt zijn oud en in de laatste fase van hun leven. Is dat niet ontzettend droevig?
Er is inderdaad vaak sprake van verdriet in het verpleeghuis, maar daartegenover staat de openheid die ik elke keer ervaar in de gesprekken met bewoners. Wie bezig is met de afronding van het leven, heeft geen tijd meer om te wachten. Meestal komen de levensvragen bij de kennismaking al aan de orde. De geestelijk verzorger komt dan “als geroepen”. En zo heb ik mijn werk altijd beleefd. Ik kwam als geroepene op het levenspad van onze bewoners en mocht deelgenoot zijn van alles wat zij meemaakten, blijde en droevige momenten. En, echt waar, wat heb ik veel gelachen in die 25 jaar!
Verandering in levensverwachting
In 2014 verhuisden we naar het huidige gebouw. We kregen te horen dat de Kapel zou worden afgebroken en startten een reddingsoperatie. In 2015 werd de Kapel na een grondige renovatie heropend. De kerkdiensten konden weer in de kapel plaatsvinden.
In diezelfde tijd besloot het Kabinet – Rutte 2 tot een versobering van de ouderenzorg. Verzorgingshuizen werden gesloten. Ouderen moesten zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen (eventueel met thuiszorg). Pas al het thuis echt niet meer ging, volgde opname in een verpleeghuis. In de laatste jaren zie ik van nabij de gevolgen van dit beleid.
De huidige verpleeghuisbewoner is niet meer te vergelijken met die van 25 jaar geleden. De levensverwachting van bewoners is zoveel korter dan voorheen. Bewoners met dementie zijn bij opname in een vergevorderd stadium van hun ziekte en bewoners met lichamelijke beperkingen hebben een zwaardere zorgbehoefte. Ik ervaar dat ook geestelijke verzorging aan de huidige bewoners hierdoor is veranderd. Voorheen was er bijv. maandelijks een zangactiviteit voor bewoners met dementie in de kapel. Dat gaat nu niet meer. Bewoners raken sneller overprikkeld in een voor hen vreemde omgeving. Ik moet mij dus aanpassen en verzorg nu meer kleine activiteiten bij de bewoners in hun huisje. Tegenwoordig heb ik ook op de somatische afdeling in het hoofdgebouw naast een gespreksgroep, ook een zangactiviteit in een huiskamer. Dit wordt erg gewaardeerd en voorziet in een behoefte, zeker nu er nog steeds geen kerkdiensten zijn in de kapel.
Hoe verder?
Als de bewoners weer naar de Kapel mogen en de kerkdiensten weer opgestart worden, zullen er minder kerkdiensten gehouden worden. Dit komt niet alleen door de grotere kwetsbaarheid van onze bewoners, maar ook door de secularisatie. De kerkdienst is uit het leven van veel bewoners verdwenen.
Dit neemt niet weg dat bezoek van de geestelijk verzorger nog steeds hoog wordt gewaardeerd. Naast persoonlijke ontmoetingen zal ik de activiteiten in de huiskamers voortzetten en aansluiten bij de behoefte van onze bewoners.
Ik ga met vreugde door en blijf nieuwsgierig naar nieuwe ontwikkelingen.